Mariënhof, Vught



Klant: Charlotte Elisabeth van Beuningen Stichting
Locatie: Vught
Oplevering: 2012

Zorg en interieur – Renovatie van Rijksmonument

 

Herbestemming

In de jaren dertig van de twintigste eeuw was er door de bevolkingsgroei in Vught behoefte aan een nieuwe parochie. Het kerkbestuur kocht het fabriekscomplex en gaf de bekende architect Kropholler (1881-1973) de opdracht om op de grond een kerk en bijbehorende gebouwen te realiseren. De kerk is inmiddels niet meer in gebruik en het klooster bood lange tijd huisvesting aan een verzorgingshuis (Huize Mariënhof). Het verzorgingshuis voldeed echter niet meer aan de hedendaagse eisen. De Charlotte van Beuningen Stichting kocht het pand in 2010 en besloot hierin huisvesting te realiseren voor jongeren met een vorm van autisme. Het toenmalige verzorgingshuis bood met 4 eenpersoons- en 15 tweepersoons-appartementen plaats aan 22 bewoners. In het nieuwe plan is plaats voor 17 appartementen, waaronder 4 rolstoeltoegankelijke. De kapel is bewaard gebleven en fungeert als ontmoetingsruimte.

Behoud van oorspronkelijke architectuur

Architect Kropholler stond er om bekend dat hij zijn plannen veelal tot in detail ontwierp. Karakteristiek zijn de zesruits stolpramen, de ramen met natuursteenblokken en de gekoppelde spitsboogramen. Hetzelfde oog voor detail is terug te vinden in de renovatie. Met moderne materialen en technieken zijn oorspronkelijke details en aansluitingen nagebootst. Bestaande houten kozijnen bleven gehandhaafd en vervangen door nieuw te plaatsen draaiende delen, dubbele beglazing en mozaïekglas. In de renovatieplannen zijn naast de herindeling van de woningen, ook de herinrichting van de tuin, een nieuwe fietsenberging en plaatsing van nieuwe postkasten opgenomen.

Nieuwe bewoners van de Mariënhof

Zestien jongvolwassenen met een vorm van autisme hebben sinds kort een eigen woning in het monumentale pand Mariënhof aan het Mariaplein in Vught

Overdag werken of studeren de bewoners. Bij de dagelijkse dingen krijgen ze hulp van de Reinier van Arkel groep, waarbij de begeleiding individueel en op maat afgestemd wordt. Deze bewoners hebben de basisvaardigheden om op zichzelf te wonen, maar zijn gebaat bij een vorm van gemeenschappelijkheid die hen een gevoel van rust, veiligheid en structuur geeft. Het gebouw is zo ingedeeld dat de bewoners zich veilig voelen. Het bureau Molenaar&Bol&VanDillenarchitecten breidde de bestaande woningen uit. De jongvolwassenen verzorgden zelf de inrichting van de appartementen.

Integraal ontwerp

Interieurarchitect Annekoos Littel verzorgde de inrichting van de openbare ruimten. Opdrachtgever Charlotte Elisabeth van Beuningen Stichting formuleerde het credo “ontnonnen” als uitgangspunt voor de inrichting van het gebouw. De vrijheid die ze hierbij van de opdrachtgever kreeg vond ze bijzonder en zeker niet vanzelfsprekend. De samenwerking met het bureau Molenaar&Bol&VanDillenarchitecten resulteerde in een prachtig integraal ontwerp. De ouders van de bewoners bleken een belangrijk en dankbaar klankbord tijdens het ontwerpproces. Uitdaging was, met respect voor de historie, een eigentijdse sfeer en een veilige beleving van wonen te realiseren.

Interieurontwerp Annekoos Littel

Een zware en sobere architectuur. Dogmatische symmetrie; lange identieke gangen zonder daglicht, een herhaling van deuren links en rechts. Zwaar omlijnd met donkere lambriseringen. Een laag plafond met balken en af en toe een tl-armatuur. Naaldvilt op de vloer herinnerde nog uit de tijd dat het klooster fungeerde als verzorgingshuis.

Annekoos Littel koos ervoor de zware symmetrie te doorbreken. De maximale hoogte in de gangen werd benut. Plafonds werden strak gestukadoord ondanks de integratie van vele installaties. Verlichting was één van de middelen om een prettige en veilige woonsfeer te creëren. Een beleving van 500 lux (verlichtingssterkte) was het uitganspunt. Gekozen is voor strakke doorlopende  asymmetrische lichtlijnen geïntegreerd in het gestukadoorde plafond. Ter plaatse van de deuren van de appartementen werd gekozen voor uplights.

Ondanks het feit dat de bestaande tegelvloer nog in goede staat verkeerde is bewust voor  voor een zachte vloerafwerking in de openbare ruimten gekozen. Een prettige akoestiek was  belangrijk om zo min mogelijk prikkels te veroorzaken voor de bewoners. Vanwege het onderhoudsaspect is bewust gekozen voor een vuil verbergend patroon wat de uitstraling heeft van een handgeknoopt tapijt. Het patroon is maar liefst zeven meter lang waardoor het effect van herhaling niet waarneembaar is. De kleurstelling, een combinatie van bruin en pasteltinten, is zodanig ontworpen dat de donkerbruine lambrisering en het tapijt één worden. Een evenwichtig maar toch spannend samenspel van nieuwe materialen, producten en verlichting met respect voor de fascinerende historie van het Klooster.

 

Opdrachtgever: Charlotte Elisabeth van Beuningen Stichting

Gebruiker: Reinier van Arkel Groep

Architect: Molenaar & Bol & Van Dillen Architecten Vught

Interieurarchitect: Annekoos Littel Interieurarchitecten bni Woerden